Gedichtanalyse



Gedichtanalyse 


Gedicht 1:



Onzichtbaar 

(een gedicht uit: Jij bent de liefste – Hans & Monique Hagen – uitgeverij Querido)

een zucht is onzichtbaar
net als de wind
de nacht is onzichtbaar
als de dag begint
onzichtbaar zijn de dingen
die ik kwijt ben
die ik nooit meer vind
maar
met mijn ogen dicht
zie ik alles
wat mijn hoofd verzint

Hans en Monique Hagen

 

 

Bespreking van het gedicht: 

Ik heb gekozen voor de afbeelding van een verwelkte bloem. 
Misschien een rare keuze maar ik zou bijvoorbeeld ook een overleden persoon of kapotte stoel kunnen gebruiken om mijn mening te staven. Het gedicht gaat over dingen die onzichtbaar zijn, dingen die wel bestaan maar die je niet kan zien. 
Dingen die we niet zien zoals de wind of een zucht proberen we ons toch voor te stellen. Een zucht is een abstract begrip maar als we praten over zuchten creëert iedereen in zijn hoofd zich een beeld van ‘zuchten’. Dat is gewoon eigen aan de mens, wij willen ons de dingen altijd visueel kunnen voorstellen. Als dingen dan echt onzichtbaar worden, zoals de nacht die tijdens de dag natuurlijk onzichtbaar is, gaan we ons een beeld vormen van hoe het eruit zag wanneer het er nog wel was. Wanneer we denken aan de nacht ziet iedereen een zwarte hemel met sterren en een maan, zelfs al is het op dat moment geen nacht. ‘Nacht’ wordt in je herinneringen  automatisch geassocieerd met datgeen dat je ooit waargenomen hebt als nacht. Dit kan ik ook toepassen op mijn gedicht.

Een bloem is iets wonderlijks. Ze kan mensen bijstaan op een huwelijk maar ook op een begrafenis. Met bloemen kan je sorry zeggen, maar ook hoeveel je van iemand houdt. Bloemen zijn helaas tijdelijk, ze verwelken na een tijdje. Uiteindelijk worden ze lelijk en gooi je ze weg. Dan worden ze onzichtbaar. Net hetzelfde gebeurt met meubels. Je koopt ze omdat je ze mooi of speciaal vindt maar wanneer ze kapot zijn gooi je ze weg en worden ze onzichtbaar. Ook met mensen gaat het zo. Je kan niet eeuwig leven, elke mens sterft. Wanneer je sterft wordt je onzichtbaar. En zo is het met veel dingen. Als ze onzichtbaar zijn, ben je ze kwijt. Ze worden ontastbaar. Maar in je herinneringen worden onzichtbare dingen opnieuw zichtbaar. En als we niet meer precies weten hoe ze eruit zagen dan maken zelf een voorstelling van hoe ze eruit moeten gezien hebben. Als we een verwelkte bloem zien dan zien we de bloem natuurlijk niet meer bloeien maar in ons hoofd kunnen we opnieuw een beeld vormen van de bloem wanneer ze nog niet verwelkt was. Dingen die we niet kunnen zien proberen we ons toch voor te stellen. Dat gevoel vind ik terug in het gedicht en vandaar dat ik voor de verwelkte bloem koos.


Bronnen:

Leesplein, http://www.leesplein.be/KB_plein.php?hm=1&sm=1&id=10709, s.n., laatst geraadpleegd op 20/11/2014.

Fineartamerica, http://fineartamerica.com/featured/faded-love-wilted-rose-on-white-m-k-miller.html, s.n., laatst geraadpleegd op 20/11/2014.






Gedicht 2:

Waterlelie

(Een gedicht uit: Uit: Enkele Verzen, 1898) 


Ik heb de witte water-lelie lief, 
daar die zo blank is en zo stil haar kroon 
uitplooit in 't licht.

Rijzend uit donker-koele vijvergrond, 
heeft zij het licht gevonden en ontsloot 
toen blij het gouden hart.

Nu rust zij peinzend op het watervlak 
en wenst niet meer...


Frederik van Eeden

 

 

Bespreking van het gedicht:

Dit is één van de mooiste gedichten vind ik zelf. De manier waarop alles gezegd wordt spreekt mij aan. Je moet er even over nadenken maar er zit eigenlijk wel een betekenis achter. 
Een waterlelie is een zeer tedere en fragiele bloem. Ze drijft op water en is dus afhankelijk van dat water. Waterlelies hebben natuurlijk water nodig om hun schoonheid te kunnen tonen. Wanneer een waterlelie ‘verzorgd wordt’,  m.a.w. water en zonlicht heeft, ontplooien de prachtige witte kroonblaadjes zich. Wanneer ze het naar haar zin heeft en kan groeien en bloeien, wenst de waterlelie niet meer. Ze is voldaan. 
Telkens opnieuw als ik het gedicht lees moet ik denken aan een baby. Daarom koos ik ook voor een afbeelding van een baby’tje. Een baby is net als een waterlelie een zeer teder wezentje. Het kindje wordt geboren en een geboorte op zich is voor het kind niet bepaald plezierig. Het kind moet de vertrouwde omgeving waarin het zich bevond, namelijk de baarmoeder, verlaten. Kindjes zijn hulpeloos en wanneer ze niet verzorgd worden zullen ze ook hun schoonheden niet tonen. 
Een kind dat vertroeteld wordt en geliefd is zal lachen en tonen dat het voldaan is.  Baby’s zijn eigenlijk heel dankbare wezentjes, wanneer ze hun basisbehoeften krijgen en daarbovenop nog liefde krijgen gaat het kindje dankbaar zijn. Een baby is gelukkig met de eenvoudige dingen, met de dingen die echt gelukkig maken. Dat is niet een dure wieg of de mooiste merkkleding maar wel een knuffel van zijn familie. Wanneer het kind voldaan is zal het net zoals de waterlelie tevreden zijn en zijn schoonheid prijsgeven. De schoonheid die binnenin zit, zoals een glimlach. Wanneer het kind gelukkig is zal het niet meer wensen, net als de waterlelie ook niet meer wenst als ze kan bloeien en groeien op het water.

 

Bronnen:

Waterlelie, http://www.bouwebrouwer.nl/gedichten/waterlelie.html, s.n., laatst geraadpleegd op 20/11/2014. 
 

Quizlet, http://www.quizlet.nl/quiz/355679/wat-voor-baby-krijg-jij-later/details.php?winner=691629, s.n., laatst geraadpleegd op 20/11/2014.

 



Gedicht 3:

Wieg
 
Geur van honing

en jonge melk,
van een nestdiertje
dat slaapt.
Een ademhalen van dons.
En speurbaar
aan de neusvleugels
de geur van wat gebeurd is:
geboorte,
geheim.


Ida Gerhardt


Bespreking van het gedicht:

Dit gedicht doet me denken aan een vlinder. Het gedicht gaat over een geboorte, nieuw leven. Wanneer er een kindje geboren wordt associeer je het met lieve, schattige en kwetsbare dingen. Het is zo fragiel en klein. Een baby is een hulpeloos wezen, je hebt bang om iets fout te doen, want het is zo nieuw en klein dat je het zeker geen pijn wilt doen. Het gedicht geeft de fragiliteit en kwetsbaarheid van een baby’tje weer.   
Die fragiliteit deed me onmiddellijk denken aan een vlinder. Een vlinder is een diertje dat zeer kwetsbaar is. Deze kwetsbaarheid komt in het gedicht heel duidelijk aan bod. Bijvoorbeeld in: ‘jonge melk’ en ‘een ademhalen van dons’. Jonge melk komt fragieler over dan gewoon melk. Het benadrukt het kleine en het jonge. Dat kunnen we ook bij onze vlinder betrekken. Een vlinder is een heel klein diertje. We kunnen dit dus perfect associëren met het kwetsbare van de woordcombinaties. Ook een ademhalen van dons verwijst weer naar iets zacht, klein, lief en broos. Het benadrukt het kwetsbare van de ademhaling. Bij een baby is de ademhaling van groot belang. Die kleine longetjes moeten leren om op zichzelf te functioneren. 
Natuurlijk is de ademhaling van een volwassene ook cruciaal, maar bij een baby wordt dat toch nog extra benadrukt. Ook bij dieren is dat zo, jonge en kleine diertjes hebben natuurlijk ook maar kleine longetjes waardoor ademhalen bij hun ook kwetsbaarder lijkt dan bij grote, stoere dieren. Als je een vlinder aanraakt kan je zijn vleugels beschadigen. Door aanraking wrijf je de schubben weg en verdwijnt dus ook de kleur van de vleugels. Je mag vlinders ook niet zomaar uit hun omgeving halen, want dan vinden ze de weg niet meer terug en vereenzamen ze. Toch is de vlinder een prachtig dier. Vlinders fladderen steeds vrolijk rond. We associëren vlinders niet met kwaad of gevaar, maar met vreugde en liefde. Ze zijn net als baby’s klein, lief, wonderbaar en kwetsbaar.

 

Bronnen: 

Demooistegedichten, http://demooistegedichten.wordpress.com/category/ida-gerhardt/, s.n., laatst geraadpleegd op 20/11/2014.


Schoolbiologen, 
http://www.gopixpic.com/640/kleine-vos/http:||www*schoolbiologen*nl|modules|schoolbiologen|images|soorten|vlinders|kleine%20vos*jpg/s.n., laatst geraadpleegd op 20/11/2014.

 


Gedicht 4:


Poëzie

Zoals je tegen een ziek dochtertje zegt:

mijn miniatuurmensje, mijn zelfgemaakt
verdrietje, en het helpt niet;
zoals je een hand op haar hete voorhoofdje
legt, zo dun als sneeuw gaat liggen,
en het helpt niet:


zo helpt poëzie.

Herman de Coninck

 

 

 

Bespreking van het gedicht:


Deze afbeelding stelt het werkwoord ‘tekenen’ voor.  Ik vind dit gedicht heel speciaal en mysterieus. In het begin begreep ik het gedicht niet, het was te ingewikkeld om onmiddellijk te begrijpen. Als je verder over het gedicht nadenkt dan begrijp je dat het de schrijver zijn bedoeling niet is om een eenvoudig en gemakkelijk verstaanbaar gedicht voor te stellen. 

Je kan niemand genezen met woorden maar je kan je gevoelens en je pijn wel neerpennen. De kracht van woorden is net dat het helpt om dingen te vatten. Wanneer je er niet over kan praten kan je het wel opschrijven. Met poëzie kan je gevoelens weergeven en een onderwerp waar je niet over wil of kan praten toch bespreekbaar maken. 
Poëzie is niet het enige middel waarmee je dit kan doen, je kan gebeurtenissen of gevoelens ook tekenen. Net als woorden of poëzie gaat ook tekenen niemand genezen, maar het kan wel helpen om beter om te gaan met een bepaald gevoel of met een bepaalde gebeurtenis. Het beste voorbeeld uit mij eigen leven is: een slechte dag hebben. Ik heb zo van die dagen waarbij ik slechtgezind opsta en in niks zin heb. Als daar dan nog eens bijkomt dat iedereen begint te klagen en je toevallig alles op de grond laat vallen, is het helemaal compleet. 
Het enige wat voor mij op zo'n moment helpt is tekenen. Wanneer ik teken heb ik het gevoel dat ik al mijn frustraties kwijt kan op mijn papier. Wanneer ik teken concentreer ik me dan ook alleen maar op mijn tekening, dan bevind ik mij in mijn eigen wereld. 
Dat is ook zo bij dichters. Dichters gaan de dingen die ze moeilijk onder woorden kunnen brengen, weergeven in poëzie. Je kan er je gevoelens in kwijt, net zoals in een tekening. Natuurlijk gaat dat niks veranderen aan de situatie, maar wanneer je kan beschrijven wat je denkt of voelt, valt die last ook van je schouders. In het gedicht komt dit ook voor, je kan geen koorts verlagen door je hand te leggen op het hete voorhoofdje. Je kan ook geen kind genezen met complimentjes, en ook niet met poëzie. Maar toch helpt poëzie, in tegenstelling tot de complimenten en het hand. In poëzie kan je je gedachten kwijt, net zoals je je gedachten in een tekening kan stoppen. Voor mij persoonlijk helpt tekenen op momenten wanneer ik het moeilijk heb. Daarom vond ik ‘tekenen’ zeer passend bij dit gedicht.

 

Bronnen:

Hermandeconinck, http://www.hermandeconinck.be/met-een-klank-van-hobo-1.php, Bert Geens, laatst geupdatet in 2014.

Potlood, http://ukgr.nl/het-verhaal-van-de-potlood/, s.n., laatst geraadpleegd op 20/11/2014.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten